De opkomst bij de Provinciale Statenverkiezingen was dit jaar in delen van Zuidoost ongekend laag. Betrokkenheid is er genoeg in de H- en K-buurten, maar dat heeft weinig van doen met de stembus. ‘Als ik iets nodig heb, doe ik het zelf wel. Ik dop m’n eigen boontjes.’
De politiek, dat is niets voor hem. En stemmen daarmee ook niet. “Het is als een vergadering op werk waar iedereen per se bij moet zijn.” Ja, dat er onlangs verkiezingen waren, weet dj en creatief ondernemer Fumilayo Koswal (26), die in buurthuis Bonte Kraai in Kraaiennest aan het werk is. “Waterschappen of zo, toch? Waar stem je dan op?”
Koswal produceert korte films, programmeert op Kwaku en in cultureel centrum Kazerne in Reigersbos, maar kan kort zijn over de politiek. “Het is te veel gepraat en te weinig doen. Als ik volgende maand mijn huis uit moet, heb ik niets aan je vijfjarenplan.”
Veel bewoners van de H- en K-buurten in Zuidoost zijn thuisgebleven tijdens de laatste verkiezingen. Want de stembus is niet hún weg naar een beter leven. Liever lossen ze het zelf op, met elkaar. Zo denkt ook Glenn Wong Swie Sang (71), die zit te klaverjassen in buurthuis Kwakoe nabij de H-buurt. “Als ik iets nodig heb, doe ik het zelf wel. Ik dop m’n eigen boontjes.”
Hij zegt zowel in Suriname, waar hij is geboren, als in Nederland nooit te hebben gestemd. “Ik stem met mijn portemonnee, ik weet precies wanneer daar niets in zit en wanneer het gevuld moet worden. Als ik honger heb, gaat de politiek mij geen eten geven.”
Sylvana Simons
In de D-, F- en H-buurt bracht 21,2 procent van de stemgerechtigden hun stem uit, het laagste percentage in twintig jaar. Uitschieter naar beneden was de H-buurt met 14,5 procent. In de K-buurt was de opkomst zelfs maar 11,2 procent, al bestaat daar discussie over (zie kader).
Het past in een trend: steevast scoort de Bijlmer tussen de 10 tot 20 procentpunten lager dan de gemeentelijke opkomst. Een uitzondering was er twee jaar geleden, toen Bij1 met Sylvana Simons meedeed aan de Tweede Kamerverkiezingen. Toen was de opkomst in de D-, F- en H-buurt 70,2 procent, niet veel lager dan het landelijk gemiddelde.
Het kán dus wel. Stadsdeelbestuurder Vayhishta Miskin van Bij1 weet als geen ander welke inspanningen daarvoor geleverd zijn. “De campagne en aanloop ernaartoe waren enorm intensief, het kostte veel tijd.” Het gaat om mensen spreken, stuk voor stuk, markt voor markt, deur na deur. Tijd maken om te luisteren, het erkennen van teleurstellingen van bewoners, jongeren motiveren om te gaan stemmen die dat niet vanuit huis mee hebben gekregen. “En wij moeten vertellen dat niemand voor ze gaat opkomen als ze hun stem niet laten gelden.”
Maar dit jaar was Bij1 afwezig bij de verkiezingen, en dan nemen de statistieken hun vertrouwde wending. Wat zeggen de enorme fluctuaties in opkomst over de betrokkenheid bij de politiek? Hoe moet het anders?
BBB-effect
Hier geldt het klassieke probleem van de vicieuze cirkel: partijen richten zich op de problemen in de wijken waar mensen naar de stembus gaan, stelt universitair hoofddocent politicologie Floris Vermeulen (Universiteit van Amsterdam). In buurten waar minder mensen politiek meedoen, zoals in Zuidoost, krijgen de bewoners het gevoel: zie je wel, die politiek is er niet voor mij. Ook Hans Vollaard, universitair hoofddocent politicologie (Universiteit Utrecht), kan zich voorstellen dat Bij1 de Bijlmerbewoners aanspreekt op thema's die voor hen belangrijk zijn, zoals racisme.
Vermeulen wijst erop dat op plekken in Nederland waar de BoerBurgerBeweging (BBB) aanzienlijk heeft gewonnen, de opkomst ook hoger lag dan normaal. Hij noemt het ‘BBB-effect’. “En het is vanaf het begin duidelijk geweest dat de achterban van BBB niet direct in de Bijlmer te vinden is.”
Tekst gaat verder onder foto
Zoals Ruby Andersen (62) op het Anton de Komplein zegt: “Wat is BBB? En wat gaan zij voor ons betekenen?” Pal voor het stadsdeelkantoor is ze in gesprek met Joan Botse (60), maar op verkiezingsdag zijn ze hier niet geweest om hun stem uit te brengen. Andersen zegt genoeg te hebben aan haar eigen netwerk in de buurt. “Wij mensen van kleur vinden het belangrijk dat we een dak boven ons hoofd hebben,” zegt Andersen, “dat we elke dag kunnen eten, dat we gezond zijn. Als dat zo is, maken we ons eigenlijk niet druk.”
Tekst gaat verder onder grafiek
Ontbijt voor schoolgaande kinderen
Ingrid de Sain, BBB-lijsttrekker in Noord-Holland, zegt dat er inderdaad weinig aandacht is gegaan naar Zuidoost. Haar partij wordt toch gezien als plattelandspartij, zegt ze. Niet dat ze Amsterdam heeft overgeslagen, maar dan kwam ze toch eerder in Noord, of Purmerend.
Ziet ze toekomst voor BBB Bijlmer? “Waarom niet? Dat we zo groot zouden worden, ook in Amsterdam, had ik niet verwacht.” Bovendien is haar partij er, volgens De Sain, juist voor mensen die zich niet gehoord voelen. “Wij zijn er voor iedereen en spreken no-nonsense: zoals wij praten is voor iedereen te begrijpen, geen moeilijke woorden.” Ze wil de komende vier jaren ook in buurthuizen in de Bijlmer het oor te luisteren te leggen, al zegt ze nog iets te missen: ingangen in de wijk.
Contact onderling is er genoeg in deze buurten. Juist in dit stadsdeel zijn er veel betrokken bewoners die legio initiatieven organiseren, of zich verenigen in kerken en moskeeën. Denk aan de Afrikaanse kerk MCTC, die twee maal per week ontbijt voor honderd schoolgaande kinderen verzorgt. Het zijn die netwerken waar men zich eerder op richt dan op de politiek.
Floris Vermeulen: “Mensen hebben kennelijk het gevoel dat de democratie hun stem niet vertegenwoordigt.” Dat komt bijvoorbeeld voort uit frustratie over het contact met de gemeente, wanneer je een toeslag of subsidie wilt aanvragen en in een bureaucratische molen terechtkomt.
Weinig steun voor coalitie
In de Bijlmer staat het stadhuis ver van de mensen af, het provinciehuis nog verder. En dan heb je met provinciale verkiezingen in Amsterdam ook nog de pech dat een onderwerp als openbaar vervoer niet onder de provincie valt, zoals in Brabant of Gelderland, maar onder de vervoersregio, zegt Vollaard. Zo wordt die afstand tot het provinciehuis wel heel groot.
Vermeulen wijst erop dat de steun voor de gemeentecoalitie buiten de Ring op nog maar 30 procent ligt. Dat is niet terug te zien in de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen door de structureel lage opkomst in Zuidoost, Nieuw-West en Noord.
“Het gevaar van die lage opkomst, ongeacht welk percentage het is,” zegt universitair docent Vollaard, “is dat standpunten van mensen uit de H- en K-buurten niet meer in beeld komen.”
“Er ligt weliswaar een masterplan,” zegt Vermeulen, “toch ziet men hier dat de lokale politiek zich vooral druk maakt om zaken die binnen de Ring gebeuren.”
Tekst gaat verder onder foto
Op straat hebben veel mensen het ook over de hoge kosten van het levensonderhoud. Nazha Saad (53) heeft dit jaar voor het eerst in haar leven niet gestemd, zegt ze, terwijl ze op haar zus wacht op een bankje in de Amsterdamse Poort. “Ik werkte de hele dag in het ziekenhuis, maar had ook geen zin. Het wordt alleen maar slechter in dit land.”
Als zus Asmae (45) een kledingwinkel uitloopt, zegt ze dat ze wél heeft gestemd. “Ik vind dat het hoort. Vroeger betaalde ik 140 euro aan de energierekening, nu 380. Ik ben alleenstaande moeder met vier kinderen en een uitkering.” Ter illustratie: het gemiddelde jaarinkomen in de D-, F- en H-buurt lag vorig jaar op 21.400 euro (met als uitschieter de D-buurt op 13.400 euro); in de E-, G- en K-buurt is dat 23.200 euro. Het Amsterdamse gemiddelde ligt op 34.500 euro.
Whatsappgroepen en radiospotjes
Bekende signalen voor stadsdeelvoorzitter Tanja Jadnanansing (PvdA). “De mensen hier in Zuidoost hebben veel sociaal kapitaal, maar weinig geld.”
De gemeente werkt sinds vorig jaar aan een campagne om de opkomst in Zuidoost en Nieuw-West te verhogen. Vermeulen heeft hier over wel een advies: je moet die campagne niet gaan richten op informatie geven over de manier waarop mensen moeten stemmen; je moet met mensen in gesprek gaan over waarom zij niet stemmen.
Jadnanansing benadrukt wat het stadsdeel allemaal wél heeft gedaan om mensen naar de stembus te krijgen. Dagelijkse spotjes op de radio, filmpjes van de stadsdeelcommissie, berichten in whatsappgroepen. “Maar ik merk ook dat ik, als ik tegen mensen droogjes zeg dat ze moeten gaan stemmen, zij me vragen: waarom?”
Stadsdeelraden
Volgens Aniel Nazarali (51), buurtwerker in de Bonte Kraai, moet contact vooral laagdrempelig zijn. “Wij kijken naar de mensen die we om ons heen hebben en hoe we met hen omgaan. Wij hebben hier veel Afrikanen, vooral Ghanezen, dus ik heb vrijwilligers van die afkomst. Die mensen gaan dan ook naar buurtgenoten toe in de kerken.”
In Zuidoost wordt met veel nostalgie gekeken naar de stadsdeelraden, die tot 2010 veel macht hadden, blijkt uit het onderzoek van universitair docent Vermeulen. Toen hadden veel bewoners het idee dat ze een directere stem hadden dan nu, omdat ze stemden op politici die ze uit de wijk kenden en vertrouwd waren. Nu is dat niet het geval.
Stadsdeelvoorzitter Jadnanansing begrijpt dat wel. “Als bewoners dat zeggen, moeten wij dat serieus nemen, en moet ik terug naar het stadhuis om dit te vertellen.”
Tekst gaat verder onder kaart
Opkomst K-buurt, maar wat is de K-buurt?
Met 11,2 procent was de opkomst in de K-buurt de laagste van heel Amsterdam. Een essentiële vraag hierin is: wat is de K-buurt?
Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente heeft vorig jaar de indeling van buurten veranderd. Voorheen werd de K-buurt geschaard onder ‘Bijlmer-Oost’ (met de E- en G-buurt). De H-buurt viel met de D- en F-buurt onder ‘Bijlmer-Centrum’. Wie wil vergelijken met voorgaande verkiezingen, moet de oude definities hanteren. In Bijlmer-Centrum kom je dan uit op een opkomst van 21,2 procent: het laagste percentage sinds de provinciale verkiezingen van 2003.
In Bijlmer-Oost gaat het om 32 procent. Daar valt vooral het verschil op tussen delen van de buurten: in de ‘nieuwe’ K-buurt stemde slechts 11,2 procent van de mensen, maar in de net daarboven gelegen wijk Bijlmermuseum was de opkomst 49 procent. Dat enorme verschil komt mogelijk ook door de ligging van buurthuis Bonte Kraai, net over de grens in Bijlmermuseum. Mogelijk gingen veel mensen uit de K-buurt daar stemmen.