Grootste deel Marineterrein komt in handen van gemeente

Defensie behoudt een kleine basis op het Marineterrein, de stad mag de rest van het gebied bebouwen. Er ligt, na maanden ruzie, eindelijk een deal – wel ten koste van honderden woningen uit de oorspronkelijke plannen.

Ruben Koops en Hanneke Keultjes
null Beeld Lin Woldendorp
Beeld Lin Woldendorp

Het overgrote deel van het Marine Etablissement, een voormalige marinebasis in het hart van de binnenstad, komt dan toch grotendeels in Amsterdamse handen. Het terrein, nu nog in handen van Defensie, zal ruimte gaan bieden aan 800 tot 900 nieuwe woningen en kantoorruimte, terwijl ook enkele onderdelen van de krijgsmacht een deel van het terrein behouden.

De ‘compacte kazerne’, op de noordoosthoek van het terrein, biedt ruimte aan het dienstencentrum van Defensie, die bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor keuringen van militairen, en de afdeling die verantwoordelijk is voor campagnes en reclame. Ook is er plek voor een kleine post van de Marechaussee. De rest wordt een nieuwe stadswijk.

Wethouder Victor Everhardt (Marineterrein) is zeer tevreden met deze voorlopige afspraken ‘op hoofdlijnen’, die hij en Defensie vandaag naar buiten brengen. Dat is vanuit zijn perspectief bezien niet zo gek. Toen hij in oktober 2019 aantrad als wethouder lag er nog een claim van de krijgsmacht om minimaal 50 procent van het terrein in gebruik te houden, zodat er in de ogen van de gemeente niet genoeg grond overbleef om een volwaardige wijk te kunnen bouwen.

Groot sportveld

Everhardt presenteert vandaag heel andere uitkomsten. De oorspronkelijke claim van Defensie is teruggebracht naar ongeveer 10 procent van het terrein. Het grote sportveld, dat eigendom blijft van Defensie, wordt gedeeld tussen de nieuwe buurt en de krijgsmacht. Ook stemt Amsterdam ermee in dat helikopters tien dagen per jaar gebruik kunnen maken van het sportveld als landingslocatie. In een Nota van uitgangspunten, die eind dit jaar gereed moet zijn, worden alle afspraken uitgewerkt.

Op de resterende 11,5 hectare van het terrein, al sinds de 17de eeuw een werf en marinebasis en daarom afgegrendeld van de stad, kan daarna eindelijk gebouwd worden. Amsterdam wil het gebied al sinds 2013 ontwikkelen. Defensie zou zich in eerste instantie helemaal terugtrekken van de basis, omdat het ministerie toentertijd op zoek was naar bezuinigingen. In de zomer van 2018 besloot minister Ank Bijleveld (Defensie) echter toch om opnieuw naar de onderhandelingstafel te gaan, vanwege de ‘snel veranderende veiligheidssituatie in de wereld.’

Ambitie bijgesteld

Deze draai zorgde voor veel wrevel bij Everhardts voorganger, wethouder Udo Kock. Ook in de Tweede Kamer klonk verbazing over de opstelling van Bijleveld. Inmiddels zijn de plooien gladgestreken. Wat Defensie bewogen heeft nu genoegen te nemen met een kleiner deel van het terrein, kon Everhardt niet zeggen. “Dat is onderdeel van onderhandelingen geweest,” zegt hij.

Toch heeft Amsterdam een veer moeten laten. Van de oorspronkelijke woningbouwambitie van 1400 woningen blijven ongeveer 800 tot 900 woningen over. Ook is niet zeker of het gaat lukken de oude belofte gestand te doen om de helft van het terrein voor recreatie en groen beschikbaar te stellen. “We moeten die woningen zo optimaal mogelijk gaan neerzetten op de beschikbare 11,5 hectare. Dat zal een puzzel worden,” aldus Everhardt.

Bijleveld constateert in een reactie tevreden dat Defensie ‘met een kazerne op het Marineterrein verzekerd blijft van een zichtbare aanwezigheid in de hoofdstad’.

Woningbouw op het Marineterrein. Beeld Laura van der Bijl
Woningbouw op het Marineterrein.Beeld Laura van der Bijl

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden