Geld voor grotere groep minima in Amsterdamse begroting, de schuld loopt verder op
Het Amsterdamse stadsbestuur komt met extra maatregelen en geld om minima en de groepen daar net boven financieel bij te staan. De verruiming van armoederegelingen gaat in op 1 januari 2023. Tegelijkertijd stijgt de schuld de komende jaren naar 9,1 miljard euro.
Vorige week kondigde burgemeester Halsema al een omvangrijk steunpakket aan. Donderdag presenteerde wethouder Hester van Buren (Financiën) namens de coalitie PvdA, GroenLinks en D66 de grote lijnen daarvan in de begroting voor 2023.
De opvallendste maatregel is dat een grotere groep mensen met een laag inkomen blijvend gebruik kan maken van gemeentelijke armoederegelingen zoals het kwijtschelden van gemeentebelasting, scholierenvergoeding of gratis sporten. De grens ligt nu op 120 procent van het sociaal minimum en gaat naar 130 procent.
In 2019 wilde de gemeente dat ook doen, maar gedwongen door bezuinigingen tijdens de coronacrisis werd er een jaar later alweer een streep door de plannen gezet. Nu gaan ze dus alsnog door. Volgens van Buren moet dit onder meer de ‘armoedeval’ van werkende minima met kinderen tegengaan.
Naast huishoudens zien ook bakkers, horecabedrijven en maatschappelijke voorzieningen als zwembaden en sportclubs de energiekosten hard stijgen. De coalitie heeft daarom twintig miljoen vrijgespeeld voor een noodfonds voor mkb’ers en maatschappelijke organisaties. Het fonds moet dit jaar nog ingesteld worden, maar is nog niet uitgewerkt. De hoop is dat het fonds de ergste klappen van de energiecrisis kan opvangen.
Komen de maatregelen op tijd?
Het verruimen van de minimaregelingen gaat op 1 januari 2023 in. Wethouder Van Buren erkent dat de nood hoog is en dat de bestaanszekerheid van veel Amsterdammers en instellingen nu al onder druk staat. “Het is nooit op tijd. We zien nu al dat veel mensen met een minimuminkomen in de problemen zijn. We hopen ze zo snel mogelijk hulp te bieden.”
Van Buren wijst daarnaast op de 3,5 miljoen euro die het stadsbestuur nog dit jaar vrijmaakt. Organisaties die kinderen in minimahuishoudens ondersteunen kunnen nog dit jaar extra geld verwachten. Gezinnen met een stadspas krijgen extra geld voor kleding en schoolspullen en Amsterdammers met een chronische ziekte en een laag inkomen krijgen honderd euro extra. Amsterdammers in de schuldsanering hoeven deze winter geen geld af te lossen.
Van Buren zegt dat de begroting in een ‘onzekere periode’ tot stand gekomen is door de wereld die ‘ingrijpend’ verandert. Met de aanvullende maatregelen hoopt de gemeente dat tussen de acht- en tienduizend Amsterdammers bovenop de eerdere tachtigduizend gebruik kunnen maken van de gemeentelijke armoederegelingen. Maar daar houdt het voor Van Buren niet bij op, gezien de ‘onzekere periode’. “De kans bestaat dat de groep groter wordt.”
Financieel ravijn
Zorgen zijn er ook om de lange termijn. Tot en met 2026 komt er flink wat geld vanuit Den Haag richting de gemeente, mede omdat het kabinet zelf de portemonnee heeft getrokken. Het gemeentefonds, de uitkering vanuit het kabinet naar gemeente, stijgt mee als er landelijk meer geld wordt uitgegeven. Volgend jaar heeft Amsterdam daarom een meevaller van 229 miljoen euro. Stijgende rente, inflatie en prijzen kunnen hiermee nu nog gecompenseerd worden.
Maar vanaf 2027 verandert de systematiek achter dit fonds en is er nog veel onduidelijk. De gemeente voorziet nu al een gat van 90 miljoen euro op de begroting in 2026, terwijl die sluitend moet zijn. Van Buren spreekt over een financieel ravijn en zegt dat de gemeente hierdoor op termijn geen ‘sluitende begroting’ kan opleveren. Daarnaast stijgen de rentelasten de komende jaren veel meer dan eerder werd verwacht.
De onzekerheid op de lange termijn plus de oplopende kosten op de korte termijn betekenen dat er nog een forse bezuinigingsoperatie te wachten staat. Voor komend jaar zijn er echter nog weinig bezuinigingen begroot: het college schuift de grote keuzes daarover voor zich uit, naar de Voorjaarsnota in mei. Het is nog onduidelijk welke investeringen de gemeente uitstelt, bijvoorbeeld die rond de Brug over het IJ of investeringen in de bouw van Havenstad.
Grote schuld in 2026
Met de begroting is in totaal een bedrag van zo’n 6,7 miljard euro gemoeid. Tot 2026 wordt er zo’n 4 miljard euro in de stad geïnvesteerd, waarvan volgend jaar 1 miljard euro. Dat bedrag is lang niet genoeg om alle ambities uit het coalitieakkoord waar te maken en ruimte voor extra investeringen is er dit jaar amper. Door de investeringen in onderhoud en groei van de stad die er nu wél gedaan worden, onder meer via leningen, groeit de schuld van de gemeente hard door: van 7 miljard euro in 2022 naar 9,1 miljard euro in 2026.
De begroting 2023
De begroting bevat geen grote verrassingen en is vooral de verwachte uitwerking van het al in mei gepresenteerde coalitieakkoord.
Enkele lokale heffingen stijgen. Zo was al bekend dat de parkeertarieven in de stad stijgen en dat de OZB verhoogd wordt. Volgend jaar moet uit de onroerendezaakbelasting zo’n 52 miljoen euro extra worden opgehaald. Ook komt de precariobelasting, afgeschaft in coronatijd, vanaf 2023 weer terug. De gemeente gaat er daarnaast vanuit de komende jaren flink meer toeristenbelasting binnen te halen.
Verder valt op dat de afvalstoffenheffing wel verlaagd wordt, maar dat de Amsterdammer volgend jaar toch meer gaat betalen. Het bedrag waarmee de gemeente de heffing verlaagt wordt namelijk teniet gedaan door de indexatie die het college toepast. Een eenpersoonshuishouden gaat 13 euro meer betalen per jaar, meerpersoonshuishoudens 18 euro.
Het extra geld dat volgend jaar wordt vrijgemaakt, raakt vooral aan het sociale domein: dan gaat het om extra geld voor werkprojecten, armoederegelingen en jongerenwerk. Voor gezonde schoollunches wordt volgend jaar 400.000 euro uitgetrokken. Twee miljoen extra gaat er naar reiniging.
Voor de aanpak van in slechte staat verkerende kades en bruggen wordt jaarlijks 25 miljoen euro extra vrijgemaakt, als werkbudget om lopende en nieuwe projecten goed te organiseren en acute problemen snel op te lossen. Al eerder werd duidelijk dat er de komende jaren nog tientallen miljoenen ongedekt zijn om alle kades en bruggen aan te pakken. Wethouder Van der Horst kondigde daarom al aan dat er ‘een tandje teruggeschakeld’ moet worden.