Plus
Geboren als Nederlander, maar geen papieren: ‘Kom met generaal pardon voor oudere Surinamers’
Zo’n duizend Surinamers wonen al decennialang ongedocumenteerd in Amsterdam. Als gebaar, en in navolging van de excuses voor het slavernijverleden, spannen de gemeente en advocaten zich in om deze mensen een verblijfsvergunning te geven.
Wethouder Rutger Groot Wassink (Opvang ongedocumenteerden) stuurde vorige week een brief naar de Tweede Kamer waarin hij de situatie van circa duizend ongedocumenteerde Surinamers in Nederland inhumaan noemt. “We proberen deze groep zo goed als mogelijk te helpen, maar zonder de juiste papieren is er bar weinig dat we kunnen doen. Door ze de Nederlandse verblijfsvergunning te geven kunnen zij werken aan perspectief en weer volwaardig aan onze samenleving deelnemen. Het wordt tijd dat het rijk deze grove onrechtvaardigheid herstelt.”
Het gaat om een grote groep Surinamers die al twintig, dertig of soms veertig jaar ongedocumenteerd in Nederland woont. Een rapport van De Regenboog Groep, dat verwijst naar de GGD, stelt dat het in Amsterdam om 750 mensen gaat. Het getal 1200 wordt ook genoemd, maar harde cijfers ontbreken. Zeker is dat de gemeente 40 ongedocumenteerde Surinamers opvangt.
Zij kwamen naar Nederland ná 1975, toen in Suriname de onafhankelijkheid werd uitgeroepen. Dat moment betekende voor veel Surinamers dat ze onvrijwillig hun Nederlandse nationaliteit verloren. Grofweg werd besloten dat wie vóór 1975 in Suriname was geboren en daar woonde toen de onafhankelijkheid inging, Surinamer werd en het Nederlandse staatsburgerschap kwijtraakte.
In de jaren tachtig en negentig kwamen veel van hen alsnog naar Nederland, onder meer vanwege de politieke onrust na de staatsgreep van Desi Bouterse in 1980. Maar Nederlandse papieren kregen ze niet.
Discriminatoir beleid
De Regenboog Groep en advocatenkantoor Prakken d’Oliveira voeren hier al langer actie voor in politiek Den Haag. Hun punt: deze mensen zijn als Nederlanders geboren, op Nederlands grondgebied, onder de Nederlandse vlag, en hebben alleen daarom al het recht op Nederlandse identiteitspapieren.
Advocaat Eva Bezem van Prakken d’Oliveira zegt dat er al regelgeving bestaat voor toelating van ex-Nederlanders. “In de wetsgeschiedenis zie je dat die regelgeving bedoeld is voor Nederlanders die naar bijvoorbeeld Canada of Australië zijn geëmigreerd en later willen terugkeren naar Nederland. Het was expliciet niet de bedoeling dat de ex-koloniën daaronder zouden vallen. In de praktijk blijkt die regelgeving dus discriminatoir vanwege herkomst en huidskleur. Vele deskundigen hebben dat al benoemd, maar niemand luistert.”
Een woordvoerder van staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid) laat weten dat het verzoek op korte termijn intern zal worden besproken.
Geen keuze
Veel Surinaamse Nederlanders hebben lang legaal kunnen werken in Nederland en hier hun leven opgebouwd. Terug naar Suriname is decennia later onrealistisch. De IND kan echter niets voor ze betekenen. Volgens Frederiek de Vlaming, projectleider bij De Regenboog Groep en docent internationaal recht aan de UvA, wil de IND wel, maar ontbreekt het aan het juiste instrumentarium.
Politiek hoeft het ook niet gevoelig te liggen, legt ze uit, omdat er geen precedentwerking zal ontstaan wanneer deze mensen documenten krijgen. De Vlaming: “Het gaat om een beperkte groep, er is geen aanzuigende werking. De staatssecretaris kan hier iets aan doen. Ik heb goede hoop dat het gaat lukken.”
Ook politicus en activist Iwan Leeuwin vraagt al jaren aandacht voor dit probleem. Hij denkt dat het om meer dan de eerder genoemde 1200 mensen gaat, zeker in Nederland als geheel. “Veel Surinamers schamen zich hiervoor, maar al pratende kom je erachter dat het om veel mensen gaat, duizenden denk ik. Niemand wil in deze situatie leven.”
De geplande excuses voor de Nederlandse rol in het slavernijverleden noemt hij een extra reden voor een generaal pardon voor deze oud-Nederlanders. “De onafhankelijkheid in 1975 was voor veel mensen gedwongen. Ze konden niet kiezen voor de Nederlandse identiteit omdat ze de overtocht niet konden maken wegens beperkte financiën. Op basis van een historische relatie moet Nederland water bij de wijn doen.”