Plus
Festival Kwaku leeft: ‘Wij zitten in het dna van Zuidoost’
Festival Kwaku in Amsterdam-Zuidoost kent al decennia drie zekerheden. Er is gedoe vooraf, de toekomst is ongewis en het is een fijn feest, vier zomerse weekenden lang. Onderzoek moet uitwijzen hoe Kwaku kan voortbestaan.
O nee, niet de Djogo’s?! De literflessen Parbobier, samen te delen, zijn voor velen een charme van het Kwaku Summer Festival – zoals ook het voetbaltoernooi, het overvloedige eten en de heel verscheiden muziek dat zijn. Samen om een oliedrum of tafel met daarop de buitenformaat flessen bier, waaruit ieder naar believen geschonken krijgt.
De traditie is niet meer. Lucebert krijgt alwéér gelijk. Alles van waarde is weerloos.
Het ging jaren geleden al eens mis met de bestelling, iets met zeecontainers die te lang onderweg waren, maar nu is de teleurstelling georganiseerd. De gemeente vreest dat bezoekers elkaar met flessen de hersens in slaan en heeft al het glaswerk van de festivals verdreven. Ook van Kwaku. Ook de Djogo’s.
“Het was juist het leuke, met z’n allen rond de tafel en dan schenken,” vindt ook Ivette Forster, directielid van Kwaku, backstage achter het Pompeia-podium waar jongeren driftig rappen. “Wij vinden het ook doodzonde.”
De literflessen worden aan de bar meteen in bekers uitgeschonken en komen niet het terrein op.
Slotakkoord
Kwaku 2019 beleeft deze zondag het slotakkoord. Het is al vroeg druk, wat de hoop voedt dat de wat magere bezoekersaantallen nog iets worden opgekrikt. Forster: “We schommelen tussen de 130.000 en 155.000 bezoekers verspreid over de vier weken. Dit jaar begonnen we met minder weer, waardoor we aan de onderkant zitten, maar vandaag lopen we misschien wel vol, naar de 32.000 bezoekers.”
Zoals altijd was er vooraf gedoe. Met de standhouders, vooral. Ook Kwaku zou contant geld verbannen, zoals de meeste festivals. “We wilden de lasten eerlijker verdelen tussen de grote en de kleine standhouders, door de huur met 60 procent te verlagen en dan een vast percentage van de omzet aan afdracht te vragen,” zegt Forster. “Het ging niet door. Standhouders protesteerden omdat we stiekem in de boeken zouden kijken of de belastingdienst zouden informeren of zo. Volkomen onzinnig, maar het betekende dat we die geste aan de kleine standhouders niet konden doorvoeren.”
Toegangsprijzen
De toegangsprijzen blijven ook een punt van discussie. Volwassenen betalen 6 tot 10 euro entree, afhankelijk van het weekend en het online of aan de kassa kopen van het kaartje. Met een stadspas kopen minima een passe-partout voor alle dagen voor 8 (online) of 9 euro (aan de kassa).
Forster: “Ooit was het gratis, ja, maar toen was het ook een bende. In de huidige opzet kost de beveiliging tonnen, de schoonmaak tonnen, et cetera. Alleen ouderen klagen. Mijn neefje zei laatst tegen iemand: ‘Oké, als je terug wil naar vroeger, moet je ook je pistool weer meenemen’. Op een Surinaams feest met allemaal bands betaal je met gemak 20 euro.”
De toekomst
De grootste zorg betreft, zoals altijd, de toekomst. De gemeente gaat volop bouwen in het Nelson Mandelapark, en de nieuwe buren zullen last krijgen van Kwaku’s geluid.
“Er is geroepen dat we maar naar een parkeerterrein moeten uitwijken. Há! Hoe verzin je het?! Dan heb je dit festival van de gemeenschap écht niet begrepen!,” zegt Forster. “We zaten veertig jaar geleden al hier in het park, voordat wijken zoals de Vogeltjeswei en Huntum er waren. Wij zitten in het dna van Zuidoost. Ze zijn al bijna een jaar aan het onderzoeken hoe het straks moet. We gaan het horen.”
Alle pijnpunten zijn buiten snel vergeten, te midden van de muziek, de etensgeuren en de walmen die van barbecues oprijzen.
De oude bezoekers blijven komen. Steeds meer jongeren trekken naar hun podium Tha Block. Dit jaar waren er wéér meer latino’s en de Antillianen hielden weer hun dominotoernooi – met plannen het volgend jaar weer grootser aan te pakken. De verkiezingen in Suriname zijn aanstaande, dus behalve persona non grata Desi Bouterse zijn weer alle politieke kopstukken zieltjes komen winnen. Kwaku leeft.