PlusReportage
Eerste musea weer geopend. Maar hordes cultuurliefhebbers? Nee, dat nog niet
Voor het eerst mochten vrijdag bij wijze van proef drie kleine Amsterdamse musea open. Blijdschap bij het Joods Historisch Museum, maar veel zoden zette het nog niet aan de dijk.
Voor de deur van het Joods Historisch Museum (JHM) kijken de vrienden Tim Vroegindeweij (24) en Guido Leguit (25) elkaar verbaasd aan. Is dit de rij? Zij twee?
Het is elf uur in de ochtend en het Joods Historisch mag als eerste museum van Amsterdam de deuren openen in een proef met versoepeling van de coronamaatregelen. Maar wie drukte had verwacht en rijen enthousiaste cultuurliefhebbers komt bedrogen uit. Het was de jongens, studenten kunstgeschiedenis, al opgevallen hoe makkelijk ze een kaartje hadden weten te bemachtigen. Vroegindeweij: “Ik hoorde in de teststraat vooral dat mensen naar de Keukenhof wilden.”
Maar toch. “Je weet niet half hoe heerlijk het is om hier weer mensen te zien,” zegt Liesbeth Bijvoet, zakelijk directeur van het JHM, terwijl ze haar grijns nauwelijks kan verbergen achter haar mondkapje. “We fleuren helemaal op.”
Druppeltje op de gloeiende plaat
In het museum draait onder meer een tentoonstelling over het oude Waterlooplein. In het zaaltje mogen zich maximaal veertien mensen tegelijk bevinden, in het hele museum niet meer dan 108, waar er normaal 550 mensen tegelijk worden toegelaten.
Een druppeltje op de gloeiende plaat. Behalve het JHM mogen dit weekend in Amsterdam het Museumhuis Bartolotti en het gemeenlandshuis Diemerzeedijk een zeer beperkt aantal mensen binnenlaten. En die moeten dan ook nog eerst een bewijs overhandigen van een negatieve sneltest op corona.
Het gevreesde wattenstaafje
Een hele ervaring, aldus Margriet Onland (71), vaste klant van het JHM, die voor het eerst kennismaakte met het gevreesde wattenstaafje in de neus. “We zullen het ermee moeten doen,” zegt ze. Dat ze er is, mag al een wonder heten. Toevallig had ze op Radio 4 gehoord dat het museum open was.
Leguit: “Ik wist het al. Ik loop hier stage.”
Zo’n 130 kaartjes zijn er deze dag verkocht, keurig verspreid over een reeks tijdslots. Meer dan tachtig zijn er blijven liggen. Wat zou het zijn? Te veel gedoe? Overbelasting van de dichtstbijzijnde testfaciliteit op de Weesperstraat, waardoor mensen uit moeten wijken naar Zuidoost? Het verbod op het uitserveren van koffie met een Amsterdamse bolus?
De ministeries van Volksgezondheid, Economische Zaken en Cultuur willen met de proef achterhalen of bezoekers er vertrouwen in hebben dat een bezoek aan museum, stadion of concertzaal veilig genoeg is en of zij het ervoor over hebben om een sneltest te ondergaan. Wat dat betreft zijn de eerste tekenen niet erg hoopgevend.
Met een ijzingwekkend gevoel voor diplomatie zegt Margriet Kotek, hoofd sales en events: “In de communicatie hadden sommige dingen beter gekund.” Veel credits heeft Den Haag niet als het gaat om een efficiënte aanpak van de crisis. Nu kwam dinsdagavond pas van overheidswege het groene licht om open te gaan. Zie dan nog maar eens de mensen naar je museum te lokken.
Winstmodel
Kotek: “Het idee dat we hiermee een winstmodel te pakken hebben, hebben we achter ons gelaten. We zijn al dolblij dat er weer mensen zijn.”
Echt begrijpen doet directeur Bijvoet het ook niet. Want wat was er eigenlijk mis met de maatregelen die het museum al had getroffen voordat het in december werd gedwongen de deuren te sluiten: mondkapjes, looproutes en beperking van het aantal bezoekers?
“Ik hoop niet dat deze proef de definitieve heropening gaat vertragen. Het is mooi om drie dagen open te gaan, maar het zijn ook maar drie dagen. Zitten we daarna weer met zijn allen thuis te werken.”