PlusAchtergrond
De fietser krijgt ruim baan, maar voetgangers voelen zich vogelvrij
De fietser kreeg zijn zin in de Negen Straatjes: de drempels worden verwijderd. Dat is tegen het zere been van voetgangers, die op veel plekken in de stad vogelvrij zeggen te zijn. Het voetgangersbeleid? Dat staat volledig stil, vinden ze.
Het past met geen mogelijkheid, allemaal tegelijk door de Haarlemmerstraat. Ter hoogte van de Buiten Wieringerstraat heeft een groepje Duitsers de huurfietsen pontificaal op het smalle stoepje geparkeerd terwijl ze een coffeeshop bezoeken. Een stukje verder staat een deelscooter driekwart van het trottoir in beslag te nemen. En weer enkele meters daarnaast zit het terras op deze schitterende zomermiddag afgeladen vol. Voetgangers kunnen geen kant op.
Of toch wel? Aan één kant is nog iets van plek: op straat. En precies daar gaat het aan de lopende band maar nét goed. Want er wordt hier veel en ook opvallend hard gefietst. Mensen op weg naar de binnenstad of juist ervandaan. Dus wie hier ook maar even een voet op de rijweg zet, moet goed uitkijken. De meesten doen dit wel, maar lang niet iedereen. En dus moeten fietsers en voetgangers soms noodgrepen uithalen om botsingen te voorkomen.
Cyclocentrisch
Zoals op de Haarlemmerstraat gaat het op meer plekken, zegt Patty Muller, oprichter en voorzitter van de Voetgangsvereniging. Ze wijst op de Negen Straatjes, waar afgelopen week stevige verkeersdrempels werden geplaatst om de fietser af te remmen. Waarna enkele dagen later het nieuws kwam dat ze weer zouden worden weggehaald: vanwege klachten van fietsers. “Er wordt veel te cyclocentristisch gedacht in deze stad. Men heeft de mond vol van de voetganger, maar in het beleid moeten wij het vaak doen met de restjes.”
Om even bij de Haarlemmerstraat te blijven: er ís al niet veel ruimte, maar die wordt dan ook vaak nog volgezet met obstakels, zegt Muller. “Mensen zeggen dan: laat voetgangers gewoon een beetje beter opletten. Maar het lopen wordt hen regelmatig onmogelijk gemaakt. De gemeente verzaakt de zorgplicht die ze heeft. De spelregel is dat er trottoir is, maar zoals het nu gaat, worden zij vogelvrij verklaard.”
Ook logistiek deskundige Walther Ploos van Amstel is de teleurstelling over het gemeentelijk beleid al ver voorbij. “Ik ben ronduit kwaad. De nieuwe mobiliteitsplannen kennen maatregelen voor fietsers, ov en auto’s en soms groen, maar het ‘te voet gaan’ als aparte mobiliteit met eigen vereisten wordt in alle plannen totaal vergeten. Dat terwijl, om maar een voorbeeld te noemen, 40 procent van de gebruikers van de ponten voetgangers zijn. Er is een beleidskader ‘Ruimte voor de voetganger’, waarnaar continu wordt verwezen. Maar het ís er nog helemaal niet, het staat al een jaar helemaal stil.”
Stoepen kleiner
Dat klopt: vanwege corona is de vaststelling van dat kader uitgesteld, zegt een woordvoerder. Na de zomer zal dat plaatsvinden, maar dat betekent niet dat er intussen geen voetgangersbeleid is. “Er is zelfs veel aandacht voor de voetganger. Juist ook vanuit ándere beleidsvelden: denk aan de aanpak om trottoirs vrij te maken van geparkeerde fietsen en de aanleg van de stallingen Beursplein en Leidseplein. Maar ook de knip voor CS, voor een doorlopende voetgangersroute door de stad.”
Volgens stedenbouwkundige Peter Wouterse wordt echter steevast níet gekozen voor voetgangers in de stad. “Ook niet als een straat opnieuw wordt ingericht of bij herprofilering. Terwijl juist dat het moment is om ruimte te maken. Maar ondertussen zijn stoepen kleiner geworden en tegelijk worden ze ook voller gezet met obstakels.”
Wouterse, die het nog niet eens wil hebben over de soms schrijnende staat van onderhoud van veel trottoirs, vindt dat de fietser veel te veel geldt als de enige soort verkeersdeelnemer waarin de stad geïnteresseerd is. “Neem dat gedoe met de Negen Straatjes, die zo belangrijk zouden zijn voor fietsers. Terwijl je gemakkelijk even om kan rijden, fietsers veel makkelijker dan voetgangers. Wat maakt het uit, een paar minuten langer onderweg?”
Defensief lopen
Net als de fietsers zijn ook de voetgangers niet gediend van shared space-achtige constructies, waarbij fietsers te gast zijn in voetgangersgebieden. Volgens Muller worden voetgangers gedwongen tot wat motorrijders ‘defensief rijden’ zijn gaan noemen. “Hier dus ‘defensief lopen’: vooraf al opzij gaan om ongelukken te voorkomen. Dat betekent dat het voetpad de facto een fietspad wordt waar voetgangers worden gedoogd, te gast zijn. Veilig en vrij lopen is dit dan niet meer.”
Hoe breed is een voetganger?
Fietspaden zijn in Amsterdam niet zelden smaller dan de norm voorschrijft, maar stoepen zijn vaak ook niet breed genoeg. De gemeente gaat er in het beleidskader ‘Ruimte voor de voetganger’ vanuit dat een stoep een vrije doorloopruimte moet hebben van ten minste 90 cm. In veel gevallen is dat echter niet zo, terwijl het onder die 90 cm voor veel mensen, met name mensen met een beperking, onmogelijk wordt om het trottoir te gebruiken.
De gemeente stelt dat het probleem nog groter is: mensen moeten comfortabel kunnen bewegen en elkaar kunnen passeren. ‘De absolute ondergrens op alle trottoirs is daarom 180 cm. Die breedte is geen luxe, maar een harde ondergrens. Omdat voetgangers 10 tot 20 cm afstand houden tot gevels, stoepranden en obstakels, is 180 cm eigenlijk maar net genoeg voor twee ‘standaardvoetgangers’ die elkaar tegenkomen en 30 cm afstand tot elkaar willen houden. Daarom streven we overal naar een vrije doorloopruimte van 200 cm of meer, ook in rustige straten.’