PlusReportage
De Bijlmer wordt te duur voor deze Afrikaanse kerk, waar wekelijks honderd schoolkinderen ontbijten
In de Maranathakerk wordt naailes en taalles gegeven, en kunnen twee keer per week honderd hongerige schoolkinderen ontbijten. Deze zomer loopt het huurcontract af: de kerk moet op zoek naar een ander onderkomen. Maar een nieuw pand in de Bijlmer, waar de vastgoedprijzen snel stijgen, lijkt niet haalbaar. Wat nu?
Aan het einde van de twee uur durende dienst staat iedereen op. Het is een zondagochtend zoals zovele in het Maranatha Community Transformation Center (MCTC), gelegen aan het Bullewijkpad in Amsterdam-Zuidoost. De tachtig aanwezigen bewegen op de klanken van Lifting Jesus Higher, variërend van voorzichtig dansend tot hevig swingend.
“Als God je een bepaalde gave heeft gegeven, moet je die gebruiken om Hem te vieren,” zegt Phoebe Wallace (19). Samen met onder anderen Sarafina Dixon (18) begeleidt zij de dienst met zang. De maandag ervoor hebben de jonge vrouwen een lijst met liedjes samengesteld; donderdag hebben ze gerepeteerd. Dixon is via haar ouders bij de kerk gekomen, ze heeft gedanst, gedrumd en dus ook gezongen in de kerk.
Minimuminkomen
Het MCTC is een van de circa 180 zogenoemde migrantenkerken in Amsterdam: geloofsgemeenschappen gericht op migranten uit een bepaalde regio. In Maranatha, een Pinkstergemeente, komen vooral gelovigen met een Afrikaanse achtergrond, veelal uit Ghana, Sierra Leone of Nigeria – al is iedereen welkom, benadrukt assistent-voorganger Francis Ogbuli (53).
De kerk organiseert vrijwel elke dag van de week wel iets, vertelt Ogbuli. Maandag is er naailes; dinsdag- en donderdagochtend is er ontbijt voor honderd schoolkinderen die anders zonder eten naar school zouden gaan. Dinsdagavond is er een online Bijbellezing en woensdag kunnen mensen gratis juridisch advies inwinnen. Bijeenkomsten over huiselijk geweld en ouderschap hebben al meer dan driehonderd gezinnen bereikt.
Het zijn waardevolle diensten in een buurt waarin het gemiddelde inkomen rond het minimum schommelt. De meest recente cijfers over de H-buurt van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), uit 2019, berekenen het gemiddelde jaarinkomen op 16.000 euro per persoon. Het Amsterdamse gemiddelde voor dat jaar lag op 38.000 euro.
Gentrificatie
Ogbuli leidt rond in het Supreme Village, zoals hij de oude crèche noemt waarin de kerk gehuisvest is. Op een protestbord in de hal van de kerk staat in grote letters No Gentrification te lezen. Het verwijst naar recente ontwikkelingen in de buurt, waar de huur- en koopprijzen van vastgoed in rap tempo stijgen.
Afgelopen zomer beschreef Het Parool al dat de gentrificatie in Amsterdam-Zuidoost voor veel strubbelingen en ongelijkheid in het stadsdeel zorgt. Ten westen van metrostation Bullewijk zijn woontorens verrezen, maar de bewoners van die torens weten de weg maar nauwelijks te vinden naar alles ten oosten van het station, zoals de Amsterdamse Poort, of de Maranathakerk dus.
Het MCTC zat tot vijf jaar geleden, zoals zoveel Afrikaanse kerken in de Bijlmer, in een parkeergarage. Toen die gesloopt werd, mocht de kerk – samen met de Apostolische Kerk – gebruikmaken van dit gebouw in de H-buurt. De afspraak was voor vijf jaar. De maandelijkse kosten voor het gebruik becijfert Ogbuli op zo’n 6000 euro, inclusief gas, water en licht.
Maar in juli loopt het huurcontract af en in de nieuwe gemeentelijke plannen voor de H-buurt is momenteel geen ruimte voor de kerk. Een nieuwe plek heeft het MCTC niet kunnen vinden.
Herontwikkeling
Niet alleen het MCTC kampt met deze problemen. Madelon Grant van kerkenkoepel Samen Kerk in Nederland (Skin) zegt dat twee andere Amsterdamse kerken eerder al verhuisd zijn naar Abcoude en Hilversum. Vier tot vijf kerken in de Bijlmer hebben volgens haar te horen gekregen dat hun pand wordt ‘herontwikkeld’. Wat dat precies betekent, is onduidelijk.
Grant: “In tegenstelling tot het MCTC zijn de andere kerken eigenaar van het pand. Dus die zouden moeten kunnen terugkeren.”
Exacte cijfers ontbreken. Een woordvoerder van stadsdeel Zuidoost zegt die niet te hebben ‘wegens de scheiding van kerk en staat’. Grant wijst naar een onderzoek van de Rijksdienst van Cultureel Erfgoed, waaruit blijkt dat een kwart van de migrantenkerken in Nederland binnen vijf jaar van locatie moet wisselen. Voor Amsterdam zou dat op circa vijftig kerken neerkomen.
600 vierkante meter
Niet elke migrantenkerk zoekt bovendien actief de spotlights. De geloofsgangers van MCTC wél. Zij zijn erin geslaagd om politieke aandacht te trekken: maandag kwamen ChristenUnie-Kamerlid Don Ceder, zelf afkomstig uit de Bijlmer, en minister Carola Schouten (Armoedebeleid) langs. Zij voeren momenteel gesprekken met pastoors van meerdere migrantenkerken, om te kijken hoe de overheid hen kan steunen in het terugdringen van – onder meer – armoede en eenzaamheid in de wijken.
“We merken dat de gemeente blij is met wat we doen,” zegt Ogbuli, “maar geen geld heeft om ons een nieuwe plek te bieden.” Ogbuli wil het liefst een pand kopen, ook omwille van de bestaanszekerheid. “Maar we kunnen niet opboksen tegen de ontwikkelaars met grote zakken geld.”
De woordvoerder van het stadsdeel zegt overigens niet het idee te hebben dat kerken vaker dan voorheen tegen deze problemen aanlopen. “Ook in de nieuwe plannen komt er gemeentelijk vastgoed, en het is soms lastig een pand te vinden door de criteria van de gebruikers: als ze bijvoorbeeld een grote ruimte nodig hebben.” Het MCTC zegt zo’n 600 vierkante meter nodig te hebben.
Adora Legemah (17), die samen met Sarafina Dixon en Phoebe Wallace in het koor te horen is, maakt zich zorgen. “We zijn zó betrokken bij deze buurt. Het is fijn als we een ander gebouw vinden, maar ik hoop dat het niet te ver is. Wanneer we voedselpakketten uitdelen aan arme families uit de buurt, moeten die mensen dan straks 30 of 40 minuten lopen?”
Wie zijn de bezoekers aan het MCTC?
‘Zonder gebouw versnippert de gemeenschap’
Maatschappelijk werker Tiny Bodo (39) komt al drie jaar naar de kerk.
“De eerste keer dat ik in deze kerk langskwam was in coronatijd, we moesten anderhalve meter afstand houden. Toch voelde ik meteen Gods aanwezigheid. De mensen waren hartelijk, we voelden ons welkom en de voorganger was heel laagdrempelig. Ik kom altijd op de zondag, omdat ik fulltime werk. Sporadisch is er een vrouwenbijeenkomst op de zondag: dat is een fijn samenzijn, waarop je bepaalde thema’s kunt bespreken met elkaar.”
“Op dinsdag geeft de kerk via Zoom online Bijbelstudies. Heel praktisch, zoals de vraag: hoe ziet vergeving en genade, voor jezelf en voor anderen, er nou echt uit? Ook begeleid ik een groepje van zo’n achttien jongeren, met wie ik in een jaar tijd de hele Bijbel probeer te lezen. Ze lezen thuis, schrijven vragen op en eens per maand bespreken we die.”
“Een kerk is niet alleen een gebouw. Maar zónder gebouw versnippert de gemeenschap. Bij het verlaten van mijn vorige kerk heb ik twee jaar in een rouwproces gezeten, het voelde als een scheiding. Hoe zal dat zijn voor de mensen die hier decennia komen?”
‘Je merkt hoe moeilijk de mensen in Zuidoost het hebben’
Helen Gorleku (62) is vrijwilliger bij het Leger des Heils en komt tien jaar in de Maranathakerk.
“Mijn vorige kerk heb ik verlaten omdat ik spiritueel verder wilde groeien. Hier trof ik een groep vrouwen van mijn leeftijd waarmee ik klikte. De kerk voelt als een familie, waar iedereen welkom is, ongeacht ras of afkomst. We zijn niet té religieus: we zijn open, proberen de buurt te bereiken. De Bijbel predikt immers naastenliefde, zelfs naar zondigen.”
“Ik heb het ontbijt voor schoolkinderen geïnitieerd. We stellen buiten een soort buffet op. Zo’n honderd schoolkinderen komen om acht uur ‘s ochtends langs. We geven ze ook fruit, wat ze thuis niet krijgen. Je merkt dat veel mensen in Zuidoost het moeilijk hebben. Je moet eens zien hoeveel mensen erop afkomen als we een diner voor de buurt organiseren.”
“Als we zouden moeten verhuizen uit deze buurt, weet ik niet wat de mensen hier moeten. We gaan ze teleurstellen. Ik weet nog dat ik zelf eens ziek was, en het ontbijt voor de kinderen niet doorging. Ze vroegen allemaal waar ik was. Wat moeten we vertellen als we hier permanent weg moeten?”
‘We helpen elkaar met integratie’
Philip Augustine (44) is administratief medewerker en komt vijftien jaar in de kerk.
“We leven in een individualistische maatschappij. De kerk biedt een fijne gemeenschap waar je mee kunt samenwerken en problemen mee kunt delen. Immers: gedeelde smart is halve smart, en God heeft ons geschapen als rationele wezens die over hun problemen kunnen praten.”
“Een van de problemen waarmee men hier kampt, en ik in het verleden ook, is integratie. Als je aankomt in een vreemd land waar je niemand kent, is dit een fijne uitvalsbasis. De Nederlandse taal is niet makkelijk; sommigen zijn verlegen en lukt het niet om hun dagelijkse bezigheden uit te voeren wegens de taalbarrière. Ik gaf vóór coronatijd een avondsessie waarin we het over integratie hadden en taalles aanboden, maar door een gebrek aan leraren moesten we stoppen.”
“Vroeger woonde ik zelf in deze buurt, maar nu woon ik niet meer in Amsterdam. Toch ben ik bij de kerk gebleven wegens de gemeenschap. Zeker in het kader van integratie is het fijn dat je een groep mensen hebt die om je geeft. Mensen die je, als je ziek bent, opbellen en vragen: hoe gaat het, heb je iets nodig van de supermarkt?”