PlusAchtergrond

De Amsterdamse jaren van filmster Audrey Hepburn

Audrey Hepburn (1929 - 1993) begin jaren vijftig.  Beeld Getty Images
Audrey Hepburn (1929 - 1993) begin jaren vijftig.Beeld Getty Images

In 1954 kwam filmster Audrey Hepburn naar Amsterdam voor de première van de film Sabrina. In Tuschinski bracht ze de vrouw voor het voetlicht die ooit in Amsterdam aan het begin van haar carrière had gestaan: balletmeesteres Sonia Gaskell.

Maud Goulooze-Müller

Elke stap die Hollywoodster Audrey Hepburn zette bij haar bezoek in 1954 aan Amsterdam was nieuws. Voor de film Roman Holiday met Gregory Peck had ze het jaar daarvoor als beste actrice een Oscar, een Golden Globe en een Bafta gekregen. Tijdens het korte verblijf in Amsterdam met haar man Mel Ferrer zag ze een studentencabaretvoorstelling in de kelder van Amstelbrouwerij, bezocht ze een oorlogsinvalide om de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers te steunen, lunchte in het Doelen Hotel en verkocht een uurtje kleding bij modehuis Gerzon, waar ze ooit nog modeshows gelopen had.

De première van Sabrina in Tuschinski was het eigenlijke doel van haar komst. De zaal was uitverkocht. Voor de pauze danste het Nederlands Ballet een deel van Les Sylphides. Direct na de pauze, nog voor de film, werd Hepburn op het toneel geïnterviewd door theaterman Guus Oster. Ze onderbrak het gesprek om de artistiek leider van het ballet, Sonia Gaskell, uit de coulissen naar voren te halen. Hepburn stelde haar voor aan de zaal als de vrouw aan wie zij een belangrijk deel van haar carrière te danken had: “Zij heeft mij de eerste training gegeven voor het beroep dat ik nu gekozen heb. Ik ben haar ontzettend dankbaar.”

Als 10-jarige wilde de in Brussel geboren Audrey al balletdanseres worden. Tijdens de oorlogsjaren woonde ze in Arnhem met haar moeder Ella van Heemstra. Ze volgde danslessen aan de Arnhemse muziekschool. Na de bevrijding koos haar moeder voor haar een vervolgopleiding bij de befaamde Russische balletpedagoog Sonia Gaskell, die later het initiatief nam tot Het Nationale Ballet. Speciaal voor die lessen verhuisden Ella en haar 16-jarige dochter na de bevrijding naar Amsterdam, waar ze op 31 oktober 1945 werden ingeschreven in het bevolkingsregister. Ella met de toevoeging ‘baronesse’ en Audrey onder haar vaders achternaam, inclusief spelfout: Andrey Kathleen Ruston.

Ze gingen op kamers in een groot huis aan de Herman Heijermansweg 27, gebouwd in 1940, dat gedurende de oorlogsjaren schade had opgelopen, maar in mei 1945 geheel hersteld was. Gaskell zag meteen een begaafde en creatieve leerling in Audrey. Later zou Gaskell zeggen dat Audrey bezeten van ballet was, altijd hard werkte en veel talent had, terwijl Hepburn op haar beurt Gaskell de persoon noemde die het meest aan haar artistieke scholing had bijgedragen. De wederzijdse bewondering en genegenheid legde de basis voor een jarenlange vriendschap.

Ella barones van Heemstra en haar dochter waren verarmd uit de oorlog gekomen en hadden het in Amsterdam niet breed. Van Heemstra pakte daarom alles aan om in hun onderhoud te kunnen voorzien. Audrey verdiende bij met modellenwerk.

Ella en Audrey gingen op kamers in een groot huis aan de Herman Heijermansweg 27 (het hoekhuis links). Ze woonden in bij de zussen Ida en Constantia van de Vijsel. Beeld Stadsarchief
Ella en Audrey gingen op kamers in een groot huis aan de Herman Heijermansweg 27 (het hoekhuis links). Ze woonden in bij de zussen Ida en Constantia van de Vijsel.Beeld Stadsarchief

Jaarabonnement Concertgebouw

Eind mei 1946 trad ze op tijdens een dansfestival in het Indisch Instituut, onderdeel van de cultuurmanifestatie De kunst gaat door het vrije land. Audrey en een andere talentvolle leerlinge van Gaskell, Beatrix Leoni, deden mee aan een matineevoorstelling. Balletcriticus Cola Debrot schreef erover in Het Parool: ‘Beatrix Leoni met een gave techniek en Audrey Hepburn, minder technisch onderlegd, maar ook minder in de techniek bevangen.’ Debrot vermoedde andere talenten bij Audrey.

Uitgaan in het naoorlogse Amsterdam deed Audrey nauwelijks – en niet alleen uit geldgebrek. Plichtsgetrouw volgde ze het advies van Sonia Gaskell om ’s avonds niet uit te gaan als er de

volgende dag gedanst moest worden. Voor haar 17de verjaardag kreeg Audrey van haar moeder een jaarabonnement op het Concertgebouworkest.

Eind 1947 verhuisde Ella van Heemstra naar Den Haag. Audrey woonde in het voorjaar van 1948 enige tijd bij Gaskell, die zich na het overlijden van haar echtgenoot eenzaam voelde. Ze was Audrey als een dochter gaan zien. Overdag nam Audrey balletlessen bij haar en ’s avonds zaten ze genoeglijk bij elkaar om urenlang kunstboeken te lezen. Gaskell vertelde dan over ballet. Daarna verdween Audrey naar haar piepkleine kamertje naast de balletstudio.

Klaargestoomd door Gaskell vertrok Audrey later dat jaar naar Londen, om haar balletopleiding voort te zetten bij Marie Rambert, een beroemde Poolse ballerina. Ze belandde in Parijs, kreeg een filmrolletje en werd in Monaco ontdekt voor de rol van Gigi in het gelijknamige toneelstuk op Broadway. De rest is geschiedenis. Nog vaak keerde ze naar Amsterdam terug, de stad waar de basis was gelegd voor haar internationale carrière – zij het niet als balletdanseres, haar grote droom.

Dit is een ingekorte bewerking van het oorspronkelijke artikel uit het septembernummer van Ons Amsterdam: onsamsterdam.nl­­.

Audrey Hepburn en echtgenoot Mel Ferrer in Tuschinski in 1954. Beeld Nationaal Archief
Audrey Hepburn en echtgenoot Mel Ferrer in Tuschinski in 1954.Beeld Nationaal Archief

Filmdebuut

De Amsterdamse cineast Charles Huguenot van der Linden zocht in 1947 een jong, onervaren meisje voor de rol van stewardess in zijn film Nederlands in zeven lessen, die het midden hield tussen een documentaire over Nederland en een speelfilm. Voor de rol van een KLM-stewardess wilde hij een jong, onervaren meisje. Toen Audrey’s moeder Ella dat vernam, stapte ze met haar dochter bij hem binnen. Van der Linden aarzelde geen moment. “Ze is gewoon komen aanwandelen,” zei hij later.

In de film loopt Audrey vanaf het Leidseplein de Hobbemastraat in. Bij het oversteken van het kruispunt met de P.C. Hooftstraat spreekt ze haar allereerste woorden op het witte doek: “Ik ben stewardess bij de KLM. Moet je me zien in mijn pakje!” Van der Linden hield Audrey enige tijd onder contract voor een eventuele nieuwe speelfilm, maar door geldgebrek kwam daar niets meer van.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden