PlusExclusief

De akoestiek is in veel Amsterdamse horeca beroerd – en dat kost klanten: ‘Als ik moet schreeuwen, haak ik af’

Restaurants met industrieel interieur zijn erg populair in Amsterdam. Alleen, de akoestiek is er in de regel belabberd, en daar is weinig aandacht voor. ‘Voor mij is het een dealbreaker.’

Hans van der Beek
null Beeld Mathilde Bindervoet
Beeld Mathilde Bindervoet

De moeder van taxichauffeur Marc Hesselink (58) loopt tegen de negentig, maar ze is nog altijd heel kwiek, al heeft ze een gehoorapparaat. Ze is dol op lekker eten en daarom gingen ze voor haar verjaardag naar een befaamd Indonesisch restaurant.

Hesselink: “We hebben de hele avond zwijgend tegenover elkaar gezeten, zo’n teringherrie was het. Het was niet echt feestelijk.”

Hesselink kreeg het advies om naar een hotelrestaurant in de Houthavens te gaan. “Daar was het ook verschrikkelijk, maar toen we er iets van zeiden, kregen we een aparte tafel in de hal. Dat was tenminste een horecaondernemer die meedacht.”

Dat gebeurt volgens Hesselink veel te weinig. “De wereld is ingesteld op jongeren en als je jong bent, tetter je door elkaar heen en maak je het heus wel gezellig. Maar bijna iedereen wordt vroeg of laat slechthorend en daar wordt geen rekening mee gehouden. Dat vergalt de hele avond en oudere mensen blijven dan thuis.”

Sinds de ervaringen met zijn moeder is Hesselink extra alert op herrie in de horeca. “Het is net als met roken vroeger. Ik stoorde me er niet aan, ik was het gewend. Maar als ik nu ergens binnenkom waar is gerookt, denk ik meteen: gadverdamme.”

Blèren

Freelancejournalist Rhijja Jansen (41) sprak onlangs af met oude vriendinnen die ze lang niet had gesproken, maar aan de iets te grote tafel midden in de zaak was het lastig om gezellig bij te praten. “Het is vervelend als je de hele tijd ‘Wat? Wat? Wat?’ moet schreeuwen. En als iedereen tegen elkaar gaat blèren, moet je zelf ook blèren. Het put je gewoon uit, en je krijgt er een zere keel van.”

Jansen houdt bij de keuze van een restaurant sterk rekening met het geluid. “Ik googel bij recensies op akoestiek. Het wordt niet vaak genoemd, maar als het er ook maar één keer staat, neem ik het bloedserieus. Voor mij is het echt een dealbreaker. Dan kan het eten nog zo goed zijn, en het personeel nog zo vriendelijk, als ik moet schreeuwen, haak ik af.”

Casco kaal

Het is slecht gesteld met de akoestiek in veel Amsterdamse cafés en restaurants. Het technische verhaal zit zo: geluid is een trilling, een energie. Praten, muziek, kletterende borden, ze zijn in de horeca in overvloed, en al die trilling moet ergens naartoe. Het reflecteert, kaatst, stapelt zich op en komt zichzelf weer tegen. Soms wel drie keer.

Geluid heeft vooral vrij spel in een ruimte van staal, gladde vloeren en glas. “Een interieur van casco kaal en bare minimum heeft helaas een enorme vlucht genomen in de horeca,” zegt Michiel Post, oprichter van Post Acoustics en al decennialang adviseur bij verbouwingen van concertzalen, bioscopen, kantoorpanden en ook horeca.

De Amsterdamse mode in horeca-interieur is nu eenmaal rauw en industrieel. Dineren in een oude garage of loods, dat kan in Amsterdam op een hele hoop plekken. Overal strak gestucte muren, een koperen bar, veel staal en buizen en beton, grote glazen deurpartijen. Het is allemaal een feestje voor geluid.

Post: “Vooral glas. Dat is nog erger dan een muur met gipsplaat.”

Vroeger was zeker niet alles beter, maar dat geldt wel voor de akoestiek in een klassieke bruine kroeg. Het Perzisch tapijtje op tafel, de zware gordijnen en overal schilderijtjes en andere prullen, planten; het breekt allemaal geluid. Denk ook aan een Ierse pub.

Post: “Wat erg goed absorbeert is een vloer van kurk, of hoogpolig tapijt, maar daar zal geen horecaondernemer zich aan branden.”

Uitzonderingen

Ze zijn er wel, restaurants met een prettig rustieke akoestiek. De meer traditioneel ingerichte restaurants natuurlijk, maar ook bijvoorbeeld Jaspers aan de Ceintuurbaan en The Lobby in de Nes. En ook The Seafood Bar, met vestigingen in de Ferdinand Bolstraat, Van Baerlestraat en aan het Spui. Hun investeringen in een goede akoestiek – 10.000 tot 15.000 euro per vestiging – zijn dat helemaal waard, zegt mede-eigenaar Pepijn de Visscher. “Het doel van eten is ook dat familie en vrienden met elkaar kunnen praten, en dat moet comfortabel kunnen. Het is ook een leeftijdsding; een groot deel van onze doelgroep is al wat ouder.”

De Visscher heeft melamineschuim aan het plafond laten aanbrengen. “In een holle ruimte duurt de nagalm 1,5 seconde. Melamine brengt dat terug tot 0,6 seconden. Puristen zoals architecten en interieurontwerpers vinden zulke panelen niet mooi, maar er is hier nog nooit iemand geweest die het is opgevallen.”

Onveiligheid

De impact van lawaai wordt nogal eens onderschat, vooral omdat het niet zichtbaar is. Maar herrie veroorzaakt stress, een verlies aan focus en daardoor irritatie en frustratie. Overmatig geluid kan een gevoel van onveiligheid veroorzaken.

Het horecapersoneel heeft er ook last van. Post: “Ze kunnen klanten niet verstaan en komen met koppijn thuis. Alleen klagen ze daar niet over. Als advocaten in de herrie moeten werken, is het in één dag geregeld.”

Klachten worden volgens Post vaak niet serieus genomen. “Klanten kunnen hooguit zeggen dat ze nooit meer terugkomen. Maar dan worden ze gezien als een zeikstraal. Het eten was toch lekker? Maar een klant zou best kunnen zeggen: hier betaal ik niet voor.”

Post adviseerde twintig jaar geleden recensiewebsite Iens al om bij een beoordeling toe te voegen hoe het geluid is, maar haar adverteerders – de restaurants zelf dus – zaten niet te wachten op al die ongetwijfeld negatieve recensies. In Amerika is de beoordeling van akoestiek in een review al heel lang standaard.

Investering

Zakelijk is een investering in goede akoestiek ook slim. De grootste winstmarge in een restaurant zit op drank, en hoe langer mensen blijven zitten, hoe meer ze drinken.

Er zijn tientallen adviesbureaus voor akoestisch en simpele oplossingen kunnen al snel een verschil maken. Bijvoorbeeld akoestische schilderijen aan de muur of spuitplafond dat geluid absorbeert. Post: “Maar dat is een vrij dure ingreep en het vertaalt zich moeilijk terug in opbrengst. De klanten komen tenslotte toch wel.”

Het noppenschuim dat hier en daar nog wel eens onder de tafels is aangebracht, helpt nauwelijks. Ketsende geluidsgolven komen overal, maar niet onder de tafel.

Post betreurt dat er zo weinig aandacht is voor een goede akoestiek. “Het is een groot probleem, niet alleen voor oudere mensen. Fysiek neemt het gehoor af, dus dat zou eigenlijk alleen maar in het voordeel van oudere mensen moeten werken.”

Behalve met een gehoorapparaat, dan komt al dat geluid extra binnen, maar Post ziet ook een oorzaak in de grotere mondigheid van oudere mensen. Post: “Jongeren zijn nog niet zo gespitst op dit probleem. Naar oudere mensen wordt meer geluisterd.”

Oproep

Meepraten over dit onderwerp? Laat ons weten hoe jij denkt over de akoestiek in de Amsterdamse horeca. Geef je mening in circa 150 woorden en mail ons op hethoogstewoord@parool.nl onder vermelding van je volledige naam (voor- en achternaam) en woonplaats. Een deel van de reacties wordt gepubliceerd op parool.nl en in de krant.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden