Ten Slotte

Autojournalist Robbert Keegel (1943-2020) bleef altijd over zijn hartstocht schrijven

Journalist Robbert Keegel maakte bij Het Parool naam als een vaardige alleskunner. Maar de auto was de grote hartstocht en de weg het favoriete werkterrein van de vorige week dinsdag op 77-jarige leeftijd overleden journalist.

Patrick Meershoek
Robbert Keegel (links) op een bijeenkomst in 2013 met oud-collega's. Beeld Privéfoto
Robbert Keegel (links) op een bijeenkomst in 2013 met oud-collega's.Beeld Privéfoto

Zijn eerste auto was een tweedehands Volkswagen Kever, in 1970 voor duizend gulden overgenomen van pianist Polo de Haas. Het was een puntgaaf ogend beige exemplaar, schreef Robbert Keegel later, met een forse tweetoons Fiammtoeter achter het linker voorspatbord gemonteerd. Als het heel hard regende, wilde de motor nog wel eens verzuipen en moest de eigenaar met een poetsdoek naar buiten om de verdeler droog te wrijven.

De auto was de grote hartstocht en de weg het favoriete werkterrein van de vorige week dinsdag op 78-jarige leeftijd overleden journalist. In 1969 verscheen de eerste autotest van zijn hand in deze krant, een kritische beschouwing van de Volkswagen 411. ‘Wat ons betreft had met name de verstelbare lendensteun achterwege kunnen blijven, waarvoor in de plaats dan de bovenkant van de rugleuning wat meer vulling had mogen krijgen,’ schreef Keegel onder meer.

Vier jaar eerder was Keegel als leerling-journalist in dienst getreden van Het Parool. Hij ging aan de slag op de buitenlandredactie, verdiepte zich in het Midden-Oosten en schreef een boek over de Zesdaagse Oorlog. Zijn kwaliteiten als automobilist kwamen aan het licht toen hij in 1969 samen met collega Andor Kircz de jaarlijkse persrally van de gemeente op zijn naam schreef, met als onderdelen onder meer een boogschutterswedstrijd op sportpark De Eendracht en het schrijven van een limerick over burgemeester Ivo Samkalden.

Keegel was een creatieve man, vertelt jeugdvriend Gerrit Jan Wolffensperger. “We leerden elkaar kennen op het Montessori Lyceum. Robbert speelde toneel en trompet, het eerste overigens beduidend beter dan het tweede.” Het verlangen naar snelheid zat er ook al in. “In onze studententijd zijn we eens na uitgebreid cafébezoek diep in de nacht op onze motoren naar Zandvoort gereden om een paar rondjes op het circuit te rijden. De politie maakte daar een einde aan. De agent reageerde ontspannen. Hij zei dat we idioten waren en naar huis moesten gaan.”

De lezer bleef verlangend achter

Op de redactie maakte Keegel naam als een vaardige alleskunner. Hij verkaste van de buitenlandredactie naar wat toen nog het zaterdagse bijvoegsel PS heette en belandde in de jaren tachtig onder Wouter Gortzak in de hoofdredactie. Dat waren niet de gemakkelijkste tijden voor de krant, vertelt Kees Tamboer, die samen met Keegel adjunct was. “Het land zat in een zware economische recessie. Ik mocht mij met de inhoud van de krant bemoeien. Robbert deed de zakelijke kant en kreeg enorme problemen op zijn bordje. Ik had diepe bewondering voor zijn kalmte.”

Al die jaren bleef Keegel over zijn hartstocht schrijven, in een rubriek die aanvankelijk Wijzer op de weg heette en later to the point werd omgedoopt tot Auto. De stijl was bloemrijk en de inhoud voor de leek niet zelden mysterieus. Na een proefrit in een Lister Jaguar schreef Keegel: ‘In het vooronder, onder de bijna sensueel gewelfde neus-cum-spatborden, huist tegenwoordig weer de (gerevideerde) oorspronkelijke krachtbron, waarmee YOB in 1959 werd uitgerust.’ De lezer bleef verlangend achter, al had hij geen idee waarnaar precies.

Paar dozen beaujolais

Dat wervende paste goed bij Keegel, die na de deadline en de dorst die daarop volgde het lichte gezelschap van reclamemakers verkoos boven de collega’s met hun zorgen over de krant en de wereld. Vaste prik: in november reed de autojournalist in een comfortabele Mercedes van een bevriende dealer naar Parijs om daar na middernacht een paar dozen beaujolais primeur in te slaan en meteen weer terug te rijden naar Amsterdam, naar café Hoppe, waar de vriendenkring achter gesloten deur reikhalzend naar zijn komst uitkeek.

In 1991 nam Keegel afscheid van de krant om als freelancer te gaan werken. Hij richtte een bedrijfje op, Automotief, en schreef verhalen voor vakbladen als Autovisie, Autoweek en de Autokampioen. In 2013 verscheen zijn laatste bijdrage in deze krant. Zijn echtgenote Sabine was inmiddels ernstig ziek geworden. Het monumentale grachtenpand met al zijn trappen aan de Oudezijds Voorburgwal moest worden verruild voor een gelijkvloers appartement aan de Cas Oorthuyskade op IJburg.

Porsche 944

Daar leidden zij de laatste jaren een teruggetrokken bestaan, vertelt buurman en vriend Mike Stern. “Sabine is een maand geleden overleden. Twee weken geleden belde Robbert me om te vertellen dat hij in het ziekenhuis was opgenomen met corona. Een paar dagen later hoorde ik dat hij overleden was.”

De buurmannen hadden samen nog een glas gedronken in het ziekenhuis. “Robbert had na het overlijden van Sabine zijn Porsche 944 omgeruild voor een 911. Hij wilde met zijn nieuwe auto naar Zwitserland rijden om oude vrienden te bezoeken.”

Robbert Keegel is maandag in besloten kring gecremeerd op Zorgvlied. Zijn laatste rit maakte hij in een vijfdeurs Mercedes diesel, een symfonie op wielen.

Robbert Keegel, 12 september 2013, gemaakt tijdens de Parolieborrel bij Leentje. Beeld Paroliebol
Robbert Keegel, 12 september 2013, gemaakt tijdens de Parolieborrel bij Leentje.Beeld Paroliebol

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden