PlusNieuws
Amsterdamse kunstenaars massaal op zoek naar bijbaan om rond te komen in dure stad
Amsterdamse kunstenaars zoeken steeds vaker een bijbaan omdat ze niet meer kunnen rondkomen in de duurder wordende stad. Kunst maken komt daardoor in de verdrukking. ‘Als er geen verbetering in zit, ben ik bang dat het beroep kunstenaar verdwijnt.’
Bijklussen naast een carrière als beeldend kunstenaar of danser is van alle tijden, maar zo veel als er nu een beroep wordt gedaan op bijverdiensten, zagen ze nog niet vaak, zegt het Instituut Midden- en Kleinbedrijf (IMK), dat kleine ondernemers en de gemeente adviseert en zicht heeft op ontwikkelingen bij zzp’ers in de culturele en creatieve industrie in Amsterdam.
“Creatieve ondernemers en kunstenaars zijn veel vaker dan vier jaar geleden op zoek naar een bijbaan,” zegt Michiel Hordijk, directeur van IMK. Hij denkt dat gemiddeld een kwart van de Amsterdamse kunstenaars nu een bijbaan heeft en daar noodgedwongen het grootste deel van de week mee bezig is. “Het mooie aan de sector is dat kunstenaars hun best blijven doen hun beroep uit te oefenen. En dat ze bereid zijn daarin ver te gaan. Ze zitten vaak al op minimumloon of daaronder. Maar hun eigen werkzaamheden zijn al een volle werkweek. En die bijbaan neemt noodgedwongen steeds meer tijd in beslag. Daarin schuilt een gevaar.”
Hordijk ziet dat het met inflatie, hoge huren, gebrek aan studioruimte, de naweeën van corona en exorbitante energiekosten voor een groeiende groep kunstenaars moeilijk is om in Amsterdam hun werk te blijven doen. En dat terwijl Amsterdam bij uitstek een kunstenaarsstad is. Volgens het CBS woont 21 procent van de kunstenaars in Nederland in of rondom Amsterdam. Hordijk: “Ik ben niet eens zozeer bezorgd dat kunstenaars de stad verlaten, maar vooral dat ze kunst niet meer kunnen beoefenen. We verwachten dat het aantal bijklussende kunstenaars ook alleen maar zal toenemen. Als er geen verbetering in zit, dan ben ik bang dat het beroep kunstenaar verdwijnt en het culturele leven verarmt.”
‘Bizarre armoede’
Eerder dit jaar kwam al het boek De Kunst van Anders van onderzoeker en publicist Renée Steenbergen uit, waarin ze pleit voor meer geld voor makers in plaats van voor culturele instellingen. Ze beschrijft dat kunstenaars met een gemiddeld inkomen moeten leven van 12.000 tot 15.000 euro per jaar, onder het bestaansminimum. Ze citeert de voormalig zakelijk leider van presentatie-instelling De Appel: ‘Er heerst bizarre armoede onder kunstenaars. Wonen en werken in ‘kunststad’ Amsterdam is voor hen vrijwel onbetaalbaar geworden.’
Ook de Amsterdamse kunstraad waarschuwde in zijn Verkenning 2022 voor de inkomenspositie van kunstenaars in de stad. Ze schrijven dat steeds meer kunstenaars noodgedwongen naar het buitenland vertrekken door het gebrek aan betaalbare woon- en werkruimte en flink moeten bijklussen buiten hun hoofdberoep. ‘Makers krijgen in Amsterdam letterlijk en figuurlijk steeds minder plek, terwijl ze de basis zijn van de hele culturele sector.’
Kleurloze plek
Wethouder Touria Meliani (Kunst en Cultuur) noemt het een ‘urgent probleem’ voor de stad dat individuele makers steeds moeilijker rondkomen en mogelijk wegtrekken uit de stad. “Als gemeente kunnen we al deze problemen niet ondervangen, toch zijn er wel een paar knoppen waar we aan kunnen draaien. We werken aan beleid waarin we nog meer aandacht hebben voor deze makers, net als voor betaalbare woon- en werkruimte voor deze groep in de broedplaatsen,” aldus Meliani.
Beeldend kunstenaar Sanne van Tongeren kan erover meepraten. Haar bijbaan bestaat uit het lesgeven aan studenten, maar zelfs op die manier komt ze slechts aan een inkomen van 1200 euro per maand. Nu heeft ze nog een studio in een broedplaats, maar als de huur stijgt, zal ze moeten vertrekken. “Wat is een stad zonder kunstenaars? Dat lijkt me een vreselijke, kleurloze plek.”