15-jarige zoon Femke Halsema in juli gearresteerd voor bezit nepwapen
De vijftienjarige zoon van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema is in juli gearresteerd vanwege het in bezit hebben van een nepwapen.
De arrestatie van Halsema’s zoon kwam naar buiten door berichtgeving van De Telegraaf. In de krant werd de aanhouding bevestigd door de woordvoerder van Halsema en advocaat Peter Plasman. Halsema heeft dinsdagnacht zelf gereageerd in een open brief aan de inwoners van Amsterdam.
De jongen werd in het weekeinde van 14 juli opgepakt na een achtervolging. Hij was met een andere jongen op de vlucht omdat zij waren betrapt bij een inbraak op een, volgens de burgemeester verlaten, woonboot. Na de arrestatie vond de politie op de woonboot twee messen die de jeugdige verdachten kennelijk als wapen hadden meegenomen. Ook werd op de vluchtroute een alarmpistool gevonden. Een nepwapen, aldus de burgemeester.
Volgens De Telegraaf is er binnen kringen van politie en Openbaar Ministerie groot ongenoegen omdat de aanhouding al weken ‘onder de pet’ wordt gehouden, maar volgens de woordvoerder is van een doofpot absoluut geen sprake. “De burgemeester heeft juist meteen gezegd dat van een uitzonderingsbehandeling geen sprake kan zijn. Verder beschouwt de burgemeester het als een privékwestie.”
Plasman erkent in De Telegraaf dat de politieleiding na de arrestaties de persoonsgegevens heeft afgeschermd in de politiesystemen. Ook geeft hij aan dat de zaak ter afhandeling aan een ander parket is overdragen. Dat gebeurde om belangenverstrengeling tegen te gaan.
“Het afschermen gebeurde om te voorkomen dat de privacy van de jongen in het geding zou komen, er wordt namelijk nog wel eens in de systemen geneusd,” aldus Plasman. “Het feit dat de zaak aan een ander parket is overgedragen bewijst al dat een doofpot niet aan de orde is.”
De advocaat vindt de termen van inbraak en wapenbezit zwaar overtrokken: “Er is sprake van puberaal gedrag, niet meer dan dat. Hij is scholier en nooit eerder met de politie in aanraking geweest.”
Halsema reageert in brief aan Amsterdam
Halsema ontkent in een brief aan de inwoners van Amsterdam dat haar vijftienjarige zoon een gewapende inbraak heeft gepleegd. Ook is volgens haar geen sprake van een doofpot. Volgens de burgemeester was haar zoon samen met vrienden aan het ‘klieren’ en selfies aan het maken met een nepwapen. Uit verveling drongen zij een verlaten woonboot binnen en spoten ze brandblussers leeg.
“De politie is op de overlast af gekomen, mijn zoon is gaan rennen, heeft paniekerig het nepwapen weggegooid, is toen alsnog gestopt en ingerekend. Daarmee heeft hij de wet overtreden − hij had het nepwapen niet bij zich mogen hebben en hij had de verlaten boot niet mogen betreden − en daarvoor zal hij de gevolgen moeten dragen.”
Halsema ontkent dat zij de politie zou hebben gevraagd de naam af te schermen. Wel hoopte ze dat ‘men discreet zou zijn omdat mijn functie mijn zoon kwetsbaar maakt voor publiciteit die hem jaren kan achtervolgen.’
De inbraak van half juli en de arrestatie van haar zoon heeft Halsema direct gemeld bij de gemeentesecretaris en het integriteitsbureau van de gemeente. “Omdat ik geen enkele verstrengeling wil laten ontstaan tussen mijn bezorgdheid als moeder en mijn verantwoordelijkheid als burgemeester. In de driehoek heb ik er niet over gesproken, aan de commissaris en de hoofdofficier heb ik laten weten dat wij als ouders de zaak met de dienstdoende beambten afhandelen.”
Van een doofpotaffaire is volgens Halsema geen sprake. “Er is sprake van een privékwestie, van een jongen van vijftien jaar wiens gegevens in vergelijkbare zaken nooit openbaar zouden zijn gemaakt.”
Brief burgemeester
Beste Amsterdammers,
Deze brief is ongewoon. Ik ben ook in een heel ongewone situatie geplaatst en voel mij genoodzaakt u te schrijven. Vanochtend heeft de Telegraaf in chocoladeletters bekendgemaakt dat mijn 15-jarige zoon een gewapende inbraak zou hebben gepleegd. Over (de eerste) 3 pagina’s wordt gemeld dat er daar boven op sprake zou zijn van een doofpot omdat dit niet naar buiten is gebracht. Er wordt verwezen naar anonieme bronnen.
Het is niet mijn gewoonte te reageren maar nu mijn minderjarige zoon wordt beschadigd, vind ik het nodig u uit te leggen wat er werkelijk aan de hand is.
Mijn zoon heeft geen gewapende inbraak gepleegd. Mijn zoon had een (verboden) nepwapen bij zich waarmee hij selfies maakte en was met vriendjes zich aan het vervelen en aan het klieren. Zij vonden een verwaarloosde en verlaten woonboot, waar zij naar binnen zijn gegaan. Daar vonden zij oude brandblussers die zij naar buiten hebben gesleept en leeg hebben gespoten. Politie is op de overlast af gekomen, mijn zoon is gaan rennen, heeft paniekerig het nepwapen weggegooid, is toen alsnog gestopt en ingerekend.
Daarmee heeft hij de wet overtreden - hij had het nepwapen niet bij zich mogen hebben en hij had de verlaten boot niet mogen betreden - en daarvoor zal hij de gevolgen moeten dragen.
Ik heb hem opgehaald, bestraft en daarna eindeloos met hem gepraat. Daarna hebben wij enkele weken zenuwachtig gewacht terwijl het verhoor plaatsvond, onderzoek werd gedaan totdat ons via de advocaat werd gemeld dat de zaak mogelijk wat langer zou duren omdat het OM Amsterdam deze had overgedaan aan het parket Haarlem om te vermijden dat er een verwijt van bevoordeling of de suggestie van een ‘doofpot’ zou kunnen ontstaan. Sindsdien wachten wij op het vervolg.
Vanaf het begin ben ik me scherp bewust geweest van mijn verantwoordelijkheid als burgemeester van deze stad. Al op de avond dat het gebeurde heb ik tegen de politie gezegd dat mijn zoon als elke Amsterdamse jongen behandeld dient te worden. Het enige waarop ik hoopte was dat men discreet zou zijn omdat mijn functie mijn zoon kwetsbaar maakt voor publiciteit die hem jaren kan achtervolgen. Ik heb niet gevraagd om zijn naam af te schermen maar was de politie wel dankbaar toen ik later hoorde dat dit vaak gebeurt en ook in zijn geval was gedaan.
Ik heb daarnaast onmiddellijk de gemeentesecretaris en het integriteitsbureau van de gemeente geïnformeerd omdat ik geen enkele verstrengeling wil laten ontstaan tussen mijn bezorgdheid als moeder en mijn verantwoordelijkheid als burgemeester.
In de driehoek heb ik er niet over gesproken, aan de commissaris en de hoofdofficier heb ik laten weten dat wij als ouders de zaak met de dienstdoende beambten afhandelen.
Er is geen sprake van een doofpot. Er is sprake van een privékwestie, van een jongen van vijftien jaar wiens gegevens in vergelijkbare zaken nooit openbaar zouden zijn gemaakt. Waarbij de politie ambtsgeheim heeft en journalisten er bij andere, minderjarige Amsterdamse jongens zonder strafblad niet over zouden piekeren om hun gegevens zo op straat te gooien. Vanaf vandaag weet iedereen wat hij heeft gedaan. Vriendjes, familie, leraren. Voordat er een rechterlijk oordeel is geveld heeft De Telegraaf hem op de voorpagina veroordeeld voor een delict dat hij niet heeft gepleegd. Ik verdien het elke dag gecontroleerd te worden en ter verantwoording te worden geroepen. Dat hoort bij mijn ambt. Mijn zoon is een gewone Amsterdamse jongen die inderdaad een fout heeft begaan die hij moet herstellen. Hij verdient geen extra publieke straf, alleen omdat hij mijn zoon is.
Met vriendelijke groet,
Femke Halsema