PlusReportage
Schrijnend contrast in getroffen Adana: het leven gaat door tussen de brokstukken
Het contrast in het Turkse Adana kan niet groter na de zwaarste aardbeving in jaren. Waar in sommige straten buurtbewoners en hulpverleners alles op alles zetten om overlevenden onder het puin te vinden, gaat in andere delen van de moderne stad het leven weer door.
Omstanders op een grote berg puin joelen. Fluiten. Hijskranen die met hun grote grijpers woelen in de resten van een ingestort appartementsgebouw op de Turgut Özal Boulevard zetten hun zware motoren uit. De felle bouwlampen doven. “Ze horen een stem. Ze horen een stem. Ssssst,” klinkt het bij de tientallen omstanders die op veilige afstand de reddingsactie gade slaan. Wie toch blijft doorpraten, krijgt een reprimande.
In doodse stilte wachten ze op een teken van leven. Maar als kort daarna de motoren van de hijskranen weer brullen en slijptollen snerpend ijzeren staven doorslijpen, weten ze voldoende. Het mocht niet zo zijn. Nu niet.
Zo leven honderden inwoners van Adana tussen hoop en vrees. Op straat hebben ze kampvuren gemaakt waarmee ze samen met hulpverleners zich kunnen opwarmen. Hulporganisaties delen warme maaltijden uit. Vrijwilliger Oguzhan Dogan (19) maakt er dankbaar gebruik van.
Met zijn armen wijst hij vijf gebouwen aan die rond de ingestorte flat staan. “Die zijn allemaal te zwaar beschadigd. Niemand mag hier nog naar binnen,” zegt hij als hij gehaast zijn laatste hap naar binnen werkt en weer terugkeert naar het gebouw voor hem in puin.
Nooit meer terug
Hamit Kösada (46) is een van die bewoners die niet terug kunnen naar huis. Hij beseft hoeveel geluk hij heeft gehad. Het appartementengebouw van de buren is totaal verwoest. Wanneer hij terug kan? “Ik heb geen idee, maar ik houd er rekening mee dat dit nooit meer het geval zal zijn.”
Zijn vrouw en twee kinderen logeren nu bij kennissen buiten de stad. Zelf blijft hij, om te helpen met de reddingswerkzaamheden. “Mijn buren liggen nog onder het puin.”
Waar hier op de boulevard de bittere werkelijkheid van de aardbeving wordt gevoeld, gaat op een paar honderd meter afstand het leven weer door. De stad lijkt – op een tiental ingestorte gebouwen na – redelijk ongeschonden. Winkels en restaurants zijn daar nog gewoon open. Bussen en trams rijden als vanouds door de straten. Aan eten, drinken en brandstof is geen gebrek, zoals wel op zoveel andere plekken in het rampgebied.
Dekens brengen
De stad is weer zo veilig dat hotels de komende dagen nagenoeg vol zitten. Niet met toeristen, maar met slachtoffers uit de steden en dorpen uit het oosten, die nu geen dak meer boven hun hoofd hebben.
De stad wordt ook gebruikt als uitvalsbasis voor hulpverleners. Op de luchthaven is het een komen en gaan van helikopters van het leger. Ze brengen reddingswerkers die uit de hele wereld hun hulp hebben aangeboden naar het rampgebied.
Veel mensen hebben verdriet. Iedereen kent wel iemand die zwaar is getroffen door de ramp. Een medewerker van een autoverhuurder verloor een vriend met zijn twee kinderen die in een van de ongeveer tien ingestorte flats in de stad woonden. Familie in Hatay heeft de ramp overleefd, maar ze hebben helemaal niets meer. “Ik ben ze dekens gaan brengen,” zegt hij en hij schiet vol. Wat hij daar zag, kan hij niet onder woorden brengen.